de eerste dag
Beste allemaal,
Een flinke jetlag hielp ons met het op tijd opstaan op onze eerste volle dag in de Tetons. Om half tien waren we terug op het vliegveld om de huurauto op te halen. Een felrode Hyundai stond voor ons klaar. Een automaat! Ik ben niet zo dol op autorijden, maar het feit dat je een auto niet kunt laten afslaan, iets waar ik erg goed in bent, geeft een hoop rust! Rijden was dus geen probleem deze vakantie, zelfs niet op bergpassen.
Het vliegveld ligt al in Grand Tetons National Park, maar het eerste wat we hebben gedaan is het park uitrijden! Er moesten namelijk boodschappen gedaan worden, en een grote supermarkt was alleen buiten het park te vinden. In Jackson hebben we flink ingeslagen, iets waarvan we de hele vakantie profijt hebben gehad, want boodschappen doen in de nationale parken bleek niet goedkoop.
Met een volle boodschappentas zijn we terug Grand Tetons National Park ingereden. We hadden alle tijd, want we konden pas om vier uur onze blokhut in, dus we hebben de auto diverse keren op de parkeerplaatsen langs de weg geparkeerd om het natuurschoon, en met name de bergen te bewonderen. Toch waren we redelijk snel in Colter Bay, een toeristendorpje, bestaande uit blokhutten, tenthutten, een camping, twee restaurants, winkel en visitor centre. Daar zijn we lekker gaan wandelen, langs Jackson Lake, dat tussen het dorpje en de bergen ligt.
Ook hebben we twee andere meertjes gezien, heron pond en swan lake. Bij het laatste meer was het erg moerassig en in de moerassen zagen we een beest zwemmen waarvan we dachten dat het een bever was (maar bij nader inzien was het te vroeg voor bevers, die voornamelijk ‘s nachts actief zijn, vermoedelijk was het een muskusrat of misschien een otter, van de foto is het helaas niet op te maken). In de moerassen zaten helaas ook muggen. Hele grote muggen die het nodig vonden om me door mijn T-shirt heen onder de band van mijn rugzak te steken. Binnen een paar uur was het duidelijk dat ik mijn antihistaminetabletten helaas niet voor niets had meegenomen. Verder was het overigens prachtig, en een lekker vlakke wandeling om mee te beginnen. De vallei in Grand Tetons ligt op twee kilometer hoogte, dus we wilden niet meteen nog verder klimmen om hoogteziekte te voorkomen.
Onze accommodatie was een echte ouderwetse blokhut, met heerlijk bed, badkamer, een paar stoelen en verder niet veel meer. Gelegen in de bossen rond Jackson Lake, dus we hoorden ‘s nachts nog wel eens beestjes over het dank heen rennen. Overigens waarschijnlijk eekhoorns, niets bijzonders voor ons (al waren het gelukkig geen grijze eekhoorns).
‘s Avonds zijn we nog een stukje gaan rijden in de hoop wat beestjes te spotten. Een populaire plek om dat te doen in de Tetons is Oxbow Bend, een bocht in de Snake river, die door de vallei langs de Tetons kronkelt. Het schiereiland gevormd door die bocht is erg populair bij elanden, bevers, vogels en allerlei ander grut. Er bleek een flinke groep mensen te staan langs de weg. Volgens hen was er eerder een eland gezien, maar die was verdwenen, naar later bleek voor de rest van de avond. Overigens werden we flink vermaakt door een groep bevers die heen en weer zwom in de rivier, en met takken aan het slepen was. Ook zat er een zeearend in een boom op de andere oever en zwom er een pelikaan in de verte.
Een goed begin van een vakantie vol dierenleven.
We hebben gegeten in het sjieke restaurant van de Jackson Lake Lodge, een hotel ten zuiden van Colter Bay. Het had goede recensies in onze reisgids, maar wij vonden het eten toch een beetje tegenvallen. Het was wel een schitterende locatie, met uitzicht op een terrein vol wilgenbosjes waar het normaalgesproken druk is met elanden, wapiti-herten en soms zelfs beren. Het was donker tegen de tijd dat wij geinstalleerd waren, dus van wat er buiten rondliep hebben we niet veel meegekregen.
groeten
Dorine