naar Staffa
Hallo allemaal,
Op donderdagochtend werd ik al heel vroeg wakkergeschud door mijn moeder. Ik bleek de avond ervoor beloofd te hebben om te gaan kijken naar de zonsopgang. Toen ik eenmaal mijn bed uit was, werd ik snel wakker. Buiten leek alles erop dat het weer een prachtige dag zou gaan worden.
Na een half uurtje rondlopen langs de kust, met uitzicht op Mull, zagen we opeens de zon tevoorzijn komen achter de heuvels van Mull, een prachtig gezicht.
Terug in het MacLeod Centre konden we meteen aanschuiven bij het ontbijt.
Oorspronkelijk stond er op maandag een trip naar het vulkanische eiland Staffa gepland, maar vanwege de harde wind ging dat niet door. Ook op de woensdag bleek de trip niet door te gaan, maar uiteindelijk werd er op donderdag, onze laatste hele dag op het eiland, groen licht gegeven. En er had geen betere dag gekozen kunnen worden. De wind had eerst alle wolken weggeblazen, en was vervolgens gaan liggen.
‘s Ochtends hebben we eerst nog wat rondgehangen in de winkeltjes van de abbey en historic scotland (zeg maar monumentenzorg) op het eiland. Verder hebben we kiezelstenen verzameld op het noordstrand voor de kerkdienst in de Nederlandse kerk waarin we over Iona gaan vertellen.
Na een vroege lunch werd iedereen die naar Staffa wilde in een kleine boot geladen. Ik was natuurlijk als één van de eerste op de boot (niet aarzelen maar meteen eropspringen, is mijn reizen-in-een-drukke-trein mentaliteit) en had een prachtig plaatsje op de achterplecht.
Het werd een prachtige tocht langs de kust van Mull, waarbij we veel aalscholvers zagen, en ook nog een zwemmende zeehond tegenkwamen. Na drie kwartier varen kwam Staffa inzicht, een reuzengroot basaltblok met daarin een aantal grotten.
De beroemdste grot is Fingals Cave. De legende verteld dat de reus Fingal ooit een pad heeft gebouwd van Ierland naar Schotland. De uiteinden daarvan, Fingal’s Cave en the Giant’s Causeway in Ierland zijn nog te zien. Of dit nu waar is of niet, het eiland was prachtig. Omdat de zee ontzettend kalm was, kon de boot de grot een stukje invaren, een heel bijzondere ervaring.
Hierna meerde de boot af en werden we een uur op het eiland losgelaten. Dat is niet heel groot, dus we hebben ons prima vermaakt.
Eerst hebben we bovenop nog genoten van het prachtige uitzicht aan alle kanten, daarna zijn we naar Fingal’s cave gelopen, waar we via een smal paadje een eind in konden lopen. Daar moest natuurlijk de akoestiek getest worden met een nederlands lied. Die akoestiek was fantastisch, maar dat wisten we eigenlijk al, de grot heeft Mendelssohn geinspireerd tot het schrijven van de Hebriden ouverture.
Na een uurtje volgde de tocht terug, waarbij ik weer mijn plekje op de achterplecht kon veroveren. Die tocht was wederom prachtig.
Bij Mull kregen we nog een aardige surprise in de vorm van vier zeehonden die op een rots lagen te zonnen. De boot kon er heel dichtbij komen en we hebben uitgebreid de gelegenheid gehad om ze te bekijken en fotograferen.
Na een heerlijke tocht op zee volgde een heerlijk diner. Hierna ben ik mijn koffer gaan pakken, de week was al bijna voorbij. ‘s Avonds hebben we in de kerk nog gefloten met alle blokfluiters. Ik had eerder opgemerkt dat er eigenlijk een trom hoorde bij de muziek die we speelde, en Phil, de musician bleek nu gezorgd te hebben voor een grote trom en iemand die die bespeelde. Het klonk fantastisch! We hebben stukken van Susato en koning Henry de achtste gespeeld.
Na de dienst hebben we nog wat koffiegedronken in de refter van de abbey en nagepraat, en vervolgens zijn we daar rondom het haardvuur mee doorgegaan. Dit duurde niet heel lang, want de volgende dag moesten we al vroeg op om op tijd de ferry te halen.
Meer foto’s van deze dag zijn te vinden in mijn fotoalbum.
groeten
Dorine